Als reactie op de verwoesting van de nederzetting door de Vikingen in het jaar 882, legde graaf Everhardus van Hamaland rond 890 een grote ronde versterking (een ringwalburg) aan. De contour van de ronde burcht is nog altijd in de plattegrond van de stad herkenbaar. In het midden van de ringwalburg lag een plein, het huidige plein 's Gravenhof. Daar bouwde graaf Everhard een imposante houten zaal. Op het plein werd ook recht gesproken en de oudste markt, de Vismarkt, lag hier. In 1046 was het graafschap rond Zutphen door de Duitse keizer Hendrik III geschonken aan bisschop Bernold van Utrecht. De nieuwe landheer bisschop Bernold liet voor zijn vorst een imposante Romaanse palts (paleis) van 53 meter lengte bouwen. Het gebouw had onmiskenbaar een vorstelijke uitstraling en was geheel van natuursteen (tufsteen). Tussen 1050 en 1100 was Zutphen daarmee enige tijd een pleisterplaats van Duitse koning, die voortdurend rond reisde door het immense rijk. De graven van Zutphen en daarna de graven van Gelre bestuurden het graafschap vanuit dit machtscentrum in Zutphen. Na ca. 1250 raakte de oude palts/gravenhof in verval. Eeuwen later, rond 1460-1470 werd de oude palts/gravenhof ingrijpend gerenoveerd. In die hoedanigheid zien we het gebouw op de maquette van 1485. Het was weer in gebruik bij de Bourgondische overheid. Na 1500 trad wederom verval in en uiteindelijk werd het gebouw in 1635 definitief gesloopt.