Op het rivierduin nabij de monding van de Berkel in de IJssel, ontstond rond het jaar 350 een nederzetting van een Frankische machthebber. Rond 850 was de nederzetting een belangrijke hof van de graven van Hamaland. Vikingen plunderden deze nederzetting in 882. Om herhaling hiervan te voorkomen, werd Zutphen herbouwd als ringwalburg: een omvangrijke ronde versterking met een aarden wal en een diepe gracht. In het centrum lag een plein met een groot zaalgebouw, de Gravenhof van de graaf van Hamaland. Rond 1050 werd er een imposante koninklijke residentie gebouwd voor de Duitse vorst: een palts. Als verblijfplaats voor de Duitse koning heeft het maar kort gefungeerd. De graven van Zutphen en later Gelre gebruikten de palts als hun bestuurscentrum van het Zutphense graafschap. In 1485 was de oude palts net gerenoveerd en na lange tijd van verval weer in gebruik. Vanaf ca. 1250 hadden zich diverse adellijke families gevestigd rond de Gravenhof, zoals de heren van Bronckhorst. In het noordelijk deel treffen we slagers aan, recht tegenover het Vleeshuis.