De Sint-Walburgiskerk was in de middeleeuwen zowel de parochiekerk van de Oude Stad, gewijd aan Onze Lieve Vrouwe (Maria) als een kapittelkerk, gewijd aan Walburga. De oudste kern van de kerk bestaat uit een Romaanse basiliek die in 1105 werd ingewijd. Onder het hoogkoor van de basiliek lag een crypte. Daarna volgenden moderniseringen en uitbreidingen in de dertiende eeuw (middenschip, toren), veertiende eeuw (kooromgang, Raadskapel) en vijftiende eeuw (zijbeuken, transepten, torenverhoging). In 1485 was de vergroting van de kerk nog in volle gang. Kort ervoor was de enorme naaldspits op de toren voltooid. De toren was daarmee 107,5 meter hoog. Het noorder- en zuidertransept waren er nog niet (gebouwd in resp. 1492 en 1499), maar we zien op de maquette nog de verkorte Romaanse transepten van tufsteen die door de uitbreidingen al niet meer uitstaken. In de kerk stonden naast een Maria-altaar ook tientallen altaren van religieuze broederschappen. Het was een bont interieur van schilderingen, altaren, kapellen en vloerniveaus. De hoge spits van de toren brandde door blikseminslag in 1600 af. De huidige peperbus dateert van 1637, herbouwd in 1968 na de torenbrand van 1948.